Hoe maak je jouw training tot een succes?
Spreek je uit en zorg samen met de trainer voor een geslaagde training
Hoe maak jij een training tot een succes?
Het gevaar van twintig jaar positieve evaluaties
Ik zit dit jaar exact twintig jaar in het vak. Twintig jaar geef ik maandelijks aan ruim honderd deelnemers schrijftrainingen. In al die jaren heb ik bijna uitsluitend positieve evaluaties gekregen, een genot en … een valkuil van jewelste!
Enkele weken geleden gaf ik een digitale training ‘Adviesteksten schrijven’ aan tien beleidsmedewerkers van een ministerie. Ik had een boeiend programma gemaakt met leuke oefeningen van teksten van de deelnemers. Bovendien was ik inmiddels vertrouwd met trainen in Teams. Kortom, ik had er zin in!
De vaart zat er lekker in want – je kent het wel – we hadden een vol programma. En zoals veel trainers, wilde ik alles geven wat ik over dit onderwerp te bieden had.
En ik had de indruk dat de deelnemers geboeid luisterden en enthousiast de opdrachten maakten.
Dat was mijn indruk, ja.
Regelmatig informeerde ik of de theorie duidelijk was en of iemand nog een vraag had.
Geen vragen. Ik ging dus in rap tempo verder. Blij met zo’n actieve en gemotiveerde groep.
Door het vlotte tempo, vergat ik voor de lunchpauze te vragen of iedereen tevreden was. Wat gaat goed en wat zou je anders willen? Of, is er een onderwerp dat nog niet aan bod is geweest en dat je graag op de agenda voor de middag wilt? Dat zijn zo mijn vragen voor de tussenevaluatie op een trainingsdag.
Maar deze dag dus niet. Gewoon vergeten. Bovendien was ik ervan overtuigd dat iedereen dik tevreden was. Ja, dat was mijn aanname.
Niet dus!
Toen ik om vier uur de training afsloot en een evaluatierondje deed, kreeg ik een koude douche. De eerste vijf deelnemers waren positief, ze hadden veel geleerd en hadden vertrouwen dat ze betere adviesteksten zouden schrijven. Mooi!
Toen was Miranda aan de beurt. Op mijn scherm zag ik haar wiebelen achter de camera. Haar stem was wat onzeker maar ze wilde toch graag iets kwijt, zei ze. Natuurlijk, moedigde ik haar aan. Miranda vond de uitleg en de oefeningen heel goed, maar ze wilde toch wat kwijt. Ze had zich de hele dag ongemakkelijk gevoeld. Ze had namelijk het idee dat ik de opmerkingen en vragen van de deelnemers maar lastig vond en ze had daardoor zelf niet het lef gehad om iets te vragen.
Ik zat perplex achter mijn beeldscherm.
Ik zei tegen Miranda dat ik dat heel vervelend vond. En dat het absoluut niet mijn bedoeling was om haar een ongemakkelijk gevoel te bezorgen. Verre van!
Heel vervelend!
Vervelend omdat ik besefte dat ik een domme fout had gemaakt. Ik had voor de lunch de tijd moeten nemen voor een tussenevaluatie. Ik had moeten vragen of de deelnemers tevreden waren en of ze de manier van werken met mij en met elkaar prettig vonden.
Maar dat had ik niet gedaan. En nu was er geen weg terug. De dag was voorbij en het was de hoogste tijd om afscheid te nemen. Een onbevredigend einde van deze eendaagse training.
Dit gebeurt mij nooit meer. Voortaan las ik voor elke lunchpauze vanaf nu een tussenevaluatie in. Ik heb mijn lesje geleerd. Zelfs na twintig jaar!
Maar het incident bleef knagen. Ik was er nog niet klaar mee. Toen ik ’s avonds de dag nog een keer de revue liet passeren, begreep ik wat me dwars zat. Ik besefte dat ik een fout had gemaakt door niet tussentijds te evalueren, maar ik realiseerde me ook dat ik niet alleen verantwoordelijk was voor het verloop van de dag.
Ik zie het zo: als ik een compliment krijg vanwege een geslaagde training, dan kaats ik de bal steevast terug door te zeggen dat we de dag samen tot een succes hebben gemaakt. Samen! Ik kán het immers niet alleen. Want, zonder deelnemers geen training. En zonder een prettige interactie tussen de deelnemers en de trainer geen goede sfeer en dus een minder geslaagde dag.
En daar wringt de schoen. Miranda had in plaats van aan het eind van de dag tussendoor het initiatief kunnen nemen en aan de bel kunnen trekken. Niet groots, maar door een eenvoudige vraag of opmerking als: ‘Vind je het erg als ik het niet met je eens ben,’ bijvoorbeeld. Of, ‘Mag ik je wat vragen?’ Wachten en hopen dat een trainer merkt dat je niet happy bent, is misschien wel makkelijk, maar niet effectief. De kans bestaat dat de trainer je ongenoegen niet opmerkt, of een andere interpretatie geeft aan je houding.
Gemiste kans, dus! Spreek je uit, ook in een training. Door dat te doen, geef je de trainer de kans om zijn aanpak aan te passen. En je geeft jezelf de kans om je uit te spreken en voor jezelf op te komen. Zo maak je echt samen de dag tot een succes.
En nee, dit gaat niet over schuld. Miranda heeft geen schuld en ook ik als trainer heb die niet. Het gaat over samen iets tot een succes maken. En ja, dit gaat ook over aannames. De komende twintig jaar zal ik er nooit meer van uitgaan dat het goed gaat; ik zal vanaf nu altijd een tussentijdse check doen. Hoewel, over twintig jaar ben ik 78 ...
Judith is schrijver, trainer en coach. Dagelijks leert ze professionals hoe zij makkelijker teksten schrijven die ook nog eens prettiger leesbaar zijn. In haar blogs lees je schrijftips waarmee je direct jouw teksten kunt verbeteren.
Is het nou hen of hun?
Eindelijk antwoord: Is het nou hen of hun? ln een zin kies ik meestal voor hen èn niet voor hun. lk denk namelijk dat hen altijd goed is. Helàas blijkt mijn tactiek niet te werken. Wat zijn de regels voor hen en hun? Lees hier het artikel (PDF). Meer interessante taaltips voor jou!
Lees verderJe woont op een eiland, tenzij…
Je woont op een eiland, tenzij… Wat is iuist: ik woon op Curaeao oÍ lk wooÍ ln Curaeao? Curaqao is een eiland en voor eiLanden geldt dat je erop woont. Simpel, zou je zeggen. Toch licht Onze Taa het toe: Lees hier het artikel (PDF). Meer interessante taaltips voor jou!
Lees verderHoe zit het met de tijden van de werkwoorden?
Hoe zit het met de tijden van de werkwoorden? Ik heb op school geleerd dat een zin in veel verschillende tijden kan staan. Ik weet die niet meer. Is dat erg? En hoe herken ik de juiste tijd waarin een werkwoord staat? Op www.onzetaal.nl heb ik een handig overzichtje gevonden van alle werkwoordtijden: onvoltooid […]
Lees verderGebeurd of gebeurt?
Gebeurd of gebeurt? Ik heb geen moeite met de werkwoordspelling, maar als in een zin ‘gebeurt’ staat, begin ik toch te twijfelen en vraag ik me af of het ‘gebeurd’ moet zijn. Ik kan me goed voorstellen dat je onzeker wordt als je gebeurt met een t in een zin ziet staan. Het voltooid deelwoord […]
Lees verderLos, vast of met een streepje: file vrij?
Los, vast of met een streepje: file vrij? Schrijf ik file vrij los, vast of met een streepje? Het woord filevrij is een samenstelling van het zelfstandig naamwoord file en het bijvoeglijk naamwoord vrij. Samen hebben deze woorden een betekenis. Daarnaast kunnen ze ook los van elkaar voorkomen. Daarom schrijf je filevrij als een woord, […]
Lees verderStandaard doorlooptijd of standaarddoorlooptijd?
Standaard doorlooptijd of standaarddoorlooptijd? Mijn collegaatje schreef in een mail de woorden standaard doorlooptijd. Volgens mij is dit een samenstelling en moet je standaard en doorlooptijd aan elkaar schrijven. Hoe zit dat? Je kunt standaard inderdaad als onderdeel van de samenstelling zien. Samen vormen deze woorden een betekenis en ze kunnen bovendien zelfstandig van elkaar […]
Lees verderLos, vast of met een streepje: stracciatella-ijsje
Los, vast of met een streepje: stracciatella-ijsje Op een menukaart zag ik deze zomer stracciatella ijsje staan. Dat moet toch één woord zijn? Ja, je hebt gelijk. Stracciatella ijsje moet je aan elkaar schrijven. En als je dat doet, dan moet dat met een streepje. Dus stracciatella-ijsje. De basisregel van onze spelling schrijft voor dat […]
Lees verderWanneer moet er een komma in een zin?
Wanneer moet er een komma in een zin? Ik weet soms niet of ik in een zin een komma moet zetten. Wat zijn de regels? Echte regels voor het gebruik van de komma zijn er eigenlijk niet. Er zijn wel een paar richtlijnen. De belangrijkste is de natuurlijke adempauze. Dat klinkt een beetje vreemd, maar het […]
Lees verderDe auto welke?
De auto welke? Bij mij op de afdeling klantenservice zitten een paar collega’s die nog steeds de auto welke … schrijven. Ik heb geleerd dat welke hier ouderwets is. Is dat zo? Strikt genomen is welke in het zinsdeel de auto welke … niet fout. Je mag met welke namelijk naar een de-woord verwijzen. Maar […]
Lees verder- 1
- 2
- Volgende »