Hoe maak je jouw training tot een succes?
Hoe kom je van je writers’ block af
Ben jij prestatiegericht of juist leergericht
‘Succes met de oefening!’ roep ik tegen de groep.
Ik kijk hoe de deelnemers hun pen en papier pakken en twee-aan-twee aan de slag gaan. Mijn instructies zijn blijkbaar duidelijk en ze hebben er zin in. Leuk! Ik loop naar mijn tafel en schenk een kop koffie uit de thermos, even een momentje pauze.
Niet dus!
‘Waarover moeten we elkaar interviewen?’ Liesbeth kijkt me vragend aan. ‘En moeten we dan een stukje over elkaar schrijven? Hoe lang moet de tekst zijn?’
Ik check in gedachten mijn uitleg van net. Dit heb ik allemaal verteld. Sterker, op de flap staat duidelijk ’80 à 100 woorden’. Ben ik te snel geweest? Had ik nog een voorbeeld moeten geven? Ik ken mezelf, soms verwacht ik van de deelnemers dat ze aan een half woord genoeg hebben. Toch weet ik zeker dat ik de tijd heb genomen om de opdracht uit te leggen. Bovendien zijn de andere deelnemers al begonnen. Hier moet iets anders aan de hand zijn.
Ik zak door mijn knieën, leg mijn onderarmen op de tafel en steun met mijn kin op mijn gevouwen handen. ‘Jij interviewt Marc over bijvoorbeeld zijn hobby. Daarna interviewt Marc jou over jouw hobby. En als jullie allebei aan de beurt zijn geweest, dan schrijf jij allebei een stukje over de ander.’
‘Maar dan mogen we niet de woorden ‘hebben’, ‘worden’ en ‘zijn’ gebruiken. Dat kan ik niet. Ik klap nu al helemaal dicht.’ Liesbeths wangen zijn rood, haar ogen flitsen heen en weer tussen Marc en mij en met haar linker duim en wijsvinger trekt ze hardhandig aan de clip van de pen die ik vanochtend op de syllabus en het schrijfblok heb neergelegd. ‘Echt, dat lukt me nooit!’ herhaalt ze nog een keer.
Ai, ik zie de paniek in haar ogen en denk aan het gesprek dat ik gisteren had met een collega. Die vertelde hoe belangrijk het is dat mensen zichzelf toestaan om iets niet goed te doen. Wie van zichzelf mag falen, heeft zo veel te winnen. Die heeft veel meer kans om te leren.
Ik kijk naar Liesbeth. ‘Vind je het belangrijk dat je een goede en leuke tekst schrijft?’
‘Allicht!’ antwoordt ze, terwijl ze de clip weer tegen de pen laat kletsen.
‘Je wilt dus graag presteren?’ vraag ik verder.
‘Ja, maar dat is een probleem, want ik kan helemaal niet schrijven.’
Moeilijke of makkelijke puzzel?
Ik trek mijn stoel naar me toe want mijn knieën beginnen te protesteren. ‘Stel je voor’, begin ik tegen haar, ‘er zijn twee jongens in groep 1 die van de juf een puzzel uit de kast mogen kiezen. Er is een kast met makkelijke puzzels en een kast met moeilijke puzzels.
De ene jongen is prestatiegericht en de andere jongen is leergericht. Welke jongen kiest de moeilijke puzzel en welk gaat voor de makkelijke?’
Liesbeth kijkt me niet begrijpend aan.
‘Geen idee, maar ik zou de moeilijke kiezen. Ik wil wel eens weten of ik in staat ben om hem te maken,’ antwoordt Marc.
‘Ik ook!’ weet Liesbeth nu.
‘Precies!’ Ik sla met mijn vlakke hand op tafel. ‘Je wilt graag presteren, dus doe je het liefst een opdracht waarvan je zeker weet dat je hem perfect kan uitvoeren.’
‘Ja, en?’ Liesbeths geduld raakt op. Ze wil aan de slag en wil alleen maar van mij horen wat ze precies moet doen zodat ze dat goede verhaal kan schrijven. Liesbeth wil net als dat knulletjes uit groep 1 presteren.
Om te groeien moet je knoeien
‘Kun je jezelf vandaag toestaan om fouten te maken? Kun je het accepteren dat je een tekst schrijft die waarschijnlijk niet perfect is? Kun je van de prestatiegerichte modus overschakelen naar de leergerichte modus?’
‘Ik denk het wel,’ antwoordt Liesbeth.
‘Mooi,’ ik sta op, duw mijn stoel naar achteren en buig voorover: ‘veel plezier met schrijven dan!’
Ik schenk alsnog een kop koffie in en loop met de beker door de zaal. Overal zie ik mensen aan het werk. Sommige zijn nog bezig met interviewen en anderen zijn al aan het schrijven. Dan loop ik weer langs de tafel waar Marc en Liesbeth aan zitten. Ze zitten allebei diep voorover gebogen te schrijven. Zo te zien, heeft Liesbeth helemaal geen last meer van haar schrijfblokkade.
Judith is schrijver, trainer en coach. Dagelijks leert ze professionals hoe zij makkelijker teksten schrijven die ook nog eens prettiger leesbaar zijn. In haar blogs lees je bijvoorbeeld schrijftips waarmee je direct jouw teksten kunt verbeteren.
WINTERKOST verschijnt ongeveer één keer maand.
Goedenavond en goedemorgen
Goedenavond en goedemorgen Ooit hadden goedenmorgen, goedenmiddag, goedenavond, goedennacht en goedendag allemaal de n in het woord. Deze n was de naamvals-n. Maar de naamvals-n in goedenmorgen, goedenmiddag en goedennacht was niet hoorbaar en dus lieten taalgebruikers hem steeds vaker weg. Uiteindelijk verdween hij halverwege de twintigste eeuw. Nu is de schrijfwijze zonder n bij […]
Lees verderAfpikken en optelefoneren
Afpikken en optelefoneren Tijdens de workshopdagen in april gaf ik onder andere de workshops Schrijf met effect; schrijf foutloos. Het was een leuke workshop want de deelnemers waren heel kritisch. Een van hen reageerde dan ook meteen toen ik afpikken zei: ‘Dat is toch geen goed Nederlands?’ Afpikken leek mij niet verkeerd, maar toen zij […]
Lees verderSponsoren
Sponsoren Wij hebben een discussie op het werk over het werkwoord sponsoren. Sommige collega’s zijn ervan overtuigd dat dit fout is en dat het sponseren moet zijn. Op het internet komen beide vormen voor. Wie heeft gelijk? Op het internet vind je inderdaad beide opties: sponsoren en sponseren. Dat wekt de indruk dat het allebei […]
Lees verderWanneer gebruik je ‘zijnde’
Wanneer gebruik je ‘zijnde’? Waarom is als zelfstandige zijnde in de zin Als zelfstandige zijnde doe ik alles voor mijn klanten niet juist? Als zelfstandige zijnde is eigenlijk dubbel op. We noemen dit een contaminatie, een samentrekking van twee vormen. De eerste is als zelfstandige en de tweede is zelfstandige zijnde. Deze laatste vorm vinden […]
Lees verder’s en s
Over s en ‘s Ik heb twee zonen. Ze heten Avinash en Vikash. Schrijf ik de s aan hun naam vast of los als ik een bezit wil aangeven: Avinash’s auto, Avinashs auto of kan ik beter de auto van Avinash schrijven? De s om een bezit weer te geven, schrijven we vast aan het […]
Lees verderTaaltip: over verleden tijd
Over verleden tijd… Wat is de verleden tijd van scheren? Is dat scheerde of schoor? Ik vind het beide goed klinken. Ik kan me voorstellen dat beide vormen je goed in de oren klinken. Sterker, ze zijn allebei goed. Maar het ligt er wel aan welke betekenis je bedoelt. Die bepaalt namelijk de juiste verledentijdsvorm. […]
Lees verderTaaltip: wilt of wil?
Wil of wilt? Mijn collega schreef in onze nieuwsbrief: Je wil natuurlijk graag goed voor de dag komen. Volgens mij moet het je wilt zijn, dus met een t. Hoe zit dat? Ja, je wil is in deze zin correct Nederlands. Maar ook jij hebt gelijk: je wilt is namelijk ook goed. Beide vormen zijn […]
Lees verderTe allen tijde?
Te alle(n) tijde(n)? Hoe schrijf ik de uitdrukking te allen tijden? Of moet ik te allen tijde of te alle tijden schrijven? We komen er op mijn afdeling niet uit. Jouw vraag krijg ik nog regelmatig voorgeschoteld. Eigenlijk verbaast me dat. Want als je twijfelt aan de juiste schrijfwijze, waarom zou je het dan gebruiken? […]
Lees verderNederlands of engels?
Nederlands-engels In het Nederlands schrijven we woorden vaak aan elkaar. Wat doe je als een deel van het woord een Engels woord is? Er is een groot verschil tussen de Engelse en de Nederlandse taal. Wij schrijven woorden die samen één betekenis hebben aan elkaar. We noemen dit samenstellingen, denk aan achteruitkijkspiegeltje. Onze overburen doen […]
Lees verder